Kantonrechtersformule
De kantonrechtersformule wordt als volgt berekend:
A x B x C
A = aantal gewogen dienstjaren
B = Beloning
C = Correctiefactor
De uitkomst van de berekening kan nooit meer zijn dat het inkomensverlies tot aan de pensioendatum zal hebben. Dat betekent voor oudere werknemers met een lang dienstverband dat de uitkomst van de kantonrechtersformule kan worden verlaagd naar het werkelijke inkomensverlies wat u lijdt tot uw
pensioendatum.
A = aantal gewogen dienstjaren
Bij de berekening van de A wordt gekeken naar het aantal dienstjaren dat u heeft, De dienstjaren worden afgerond op hele dienstjaren. Deze dienstjaren worden vervolgens gewogen, dat betekent dat hoe ouder u bent, hoe zwaarder de dienstjaren tellen. Hier onder ziet u hoe de factor wordt berekend vanaf 2009.
Leeftijd wegingsfactor
tot 35 jaar 0,5
35-45 jaar 1
45-55 jaar 1,5
vanaf 55 jaar 2
B = Beloning
Bij het vaststellen van de beloning wordt er gekeken naar de “vaste” componenten van het inkomen.
Hieronder vallen:
• vast bruto maandsalaris
• vakantiegeld
• vaste 13e maandag
• vaste ploegentoeslag
• structurele winstdeling
• vaste ploegentoeslag
Indien er sprake is van provisie en dit een aanzienlijk deel van uw inkomsten uitmaakt, zal deze provisie ook deel uitmaken van de Beloningsberekening.
Andere onderdelen maken geen deel uit van de berekening, voorbeelden hiervan zijn:
• Auto van de zaak
• Niet structurele winstdeling
• Tantième
• Onkostenvergoedingen
• Werkgeverspremies
C = Correctiefactor
Met deze correctiefactor weegt de kantonrechter de omstandigheden van het ontslag. Het uitgangspunt van deze berekening is een neutrale factor (1). Naarmate de schuld van het ontslag toe te wijzen is aan een van de partijen zal de correctiefactor hoger of lager worden.
Vanaf 1 januari 2009 worden elementen meegenomen in de correctiefactor, die daarvoor soms onderbelicht werden. Dit zijn vooral de arbeidsmarktpositie van de werknemer en de financiële positie van de werkgever.